Skip to content

We kennen Zandvoort als gezellige badplaats.

“We gaan naar Zandvoort al aan de zee!” zongen de mensen vroeger als ze een dagje naar het strand kwamen.

Maar er was ook tijd dat mensen nog zoveel ruimte hadden in hun dagelijks bestaan voor recreëren en leuke uitstapjes. De faciliteiten waren er ook nog niet om mensen wat langere afstanden te laten reizen.

Pas bij het komen van de tram en later ook de trein werd Zandvoort bereikbaar. In eerste instantie werd het mogelijk voor de rijke mensen, maar steeds meer ook voor het “gewone volk”.

Zeker na de Tweede Wereldoorlog werd het plan om van Zandvoort een toegankelijke badplaats te maken voor iedereen.

We Gaan Naar Zandvoort Aan De Zee

Lied “Zandvoort bij de zee” van Louis Davids:

“Wanneer het lekker weer is
De natuur in blijden lach
Haalt pa zijn strooien hoed
En moe haar bloesje voor den dag.”

Bekijk hier de hele songtekst.

Sloppies in het Visserdorp

Tot 150 jaar geleden was Zandvoort nog een arm vissersdorp.

De verkoop van de vis was niet bepaald een goudmijn. De vissers en hun familie woonden in kleine visserhuisjes. De oude, smalle steegjes noemen we “sloppies“. In het centrum van Zandvoort vind je nog aardig wat oude huisjes van de vissers, smederijen, slagers en bakkers.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij Opdrachten vind je een route voor een wandeling die in groepjes kan worden gemaakt. Dan kom je langs de oude sloppies en ook langs nieuwere, rijkere architectuur.

(Meer info en een speciale Sloppies Speurtocht is juist weer te vinden in de opdrachten bij Vissersleven)

Zandvoort slecht bereikbaar

De postkoets, ook bekend als diligence, vervoerde in de 17de, 18de en 19de eeuw reizigers over langere afstanden en vaak ook post. Zandvoort was alleen maar bereikbaar per diligence. Dat duurde vaak lang, gaf nogal een wiebelige rit en was nog aardig prijzig.
En dat terwijl de concurrerende badplaats Scheveningen al wel een goede wegverbinding had, waardoor tamelijk royaal vervoer mogelijk was, zoals omnibussen en paardentrams. Die goede bereikbaarheid maakte Scheveningen erg populair. Maar het strand van Zandvoort was toen al even mooi, zo niet mooier! En verdiende goede infrastructuur.

Het vervoersmiddel zelf leek hetzelfde, namelijk een koets of kar met een aantal paarden ervoor. Maar het wegdek maakte uit hoe hobbelig of comfortabel je reis was. Bij glad wegdek was het gemakkelijker. En bij de paardentram (zoals op de foto) reed de kar in de tramrails en was er soms maar één paard nodig.

Zandvoort in ontwikkeling: Nieuw Zandvoort

Zandvoort als badplaats is veel verschuldigd aan drie Duits-Joodse broers, de gebroeders Gustav, Julius en Moritz (Fritz) Eltzbacher. Zij waren afkomstig uit een Duitse bankiersfamilie uit Keulen en brachten geld mee om te kunnen investeren.

Scheveningen was in die tijd de enige Nederlandse badplaats van betekenis en het Scheveningse Kurhaus genoot wereldfaam. De gebroeders Eltzbacher zagen veel in Zandvoort om zich ook te ontwikkelen als Scheveningen. De hoofdstad was relatief vlakbij. Maar waarom zouden ook niet mensen uit het achterland naar Zandvoort op bezoek kunnen komen, en niet te vergeten, mensen uit hun eigen land van herkomst, Duitsland.

Ze kochten stukken grond ten noorden van het oude dorp en de ambitieuze ontwikkeling van een “Nieuw Zandvoort” kon beginnen. Zij trokken vervolgens allerlei andere investeerders en ondernemers aan die ook neerstreken in de kustplaats.

In 1880-1881 was de start van de ontwikkeling van “Nieuw Zandvoort”.

Prachtige hotels werden gebouwd: Hotel Driehuizen in 1824 en Hotel Groot-Badhuis in 1828. Pensions en mooie villa’s met uitzicht op zee. Er kwam een weelderig Casino, een eigen Kurhaus en een Passage met luxe winkels en restaurants. In de Passage kon worden gedanst op muziek van dansorkesten, met zang van bekende artiesten.

Wat een transformatie werd ingezet: van een arm vissersdorp, redelijke geïsoleerd van de buitenwereld, naar een plek waar mensen van ver kwamen om zich te vermaken en om tot rust te komen in de natuur.

Hier bruiste het van het goede leven en de arme bevolking kon hier van gaan mee profiteren. De visvangst verdween langzamerhand als inkomstenbron en kwamen inkomsten uit het toerisme.

Bron hier.

[/vc_column]

Internationale allure

De gebouwen worden steeds groter en mooier. Van internationale kwaliteit. Er kwamen theaters, danszalen, restaurants en luxe kamers. Zelfs een tekenkamer in Hotel Driehuizen. De zee, het brede strand, de schone zeelucht. In combinatie met de mooie accommodaties en het uitgaansleven… De naam Zandvoort werd goed bekend bij de welgestelde elite in Europa.

Gezondheid

Vanuit medische hoek werd het verblijf rond zee en strand als heilzaam aangeprezen. Voorname mensen uit diverse landen verbleven aan de Zandvoortse kust om te baden en om zich te ontspannen in de zuivere zeelucht. In de hotels werden binnenbaden gemaakt om te kunnen genieten van een “spa”.

Eén van de bekendste gasten was keizerin Elisabeth van Oostenrijk Hongarije (beter bekend als Sissi). Zij verbleef met een gevolg van vijftien personen in 1884 enkele weken in Hotel Kaufmann (het latere Hotel d’Orange) en kwam meerdere malen terug voor haar gezondheid.

Een overzicht van de beroemde hotels vind je hier.

Bevolkingsgroei

In veertig jaar tijd zijn er veel meer mensen in Zandvoort komen wonen. In 1810 had het dorp ongeveer 700 inwoners. In 1850 bedroeg dit aantal 1136. Er werd in 1859 een nieuwe school gebouwd, omdat de oude school aan de Poststraat niet meer voldeed. In 1884 werd een tweede school gebouwd.

De echte opleving van toerisme en bevolkingsgroei van Zandvoort kwam na 1895, waardoor het aantal woningen, scholen, winkels en andere zaken groeide.

Een surreële foto: het gewone dorpsleven op de voorgrond en de allure van Hotel d’Orange op de achtergrond

De Trein

Er was behoefte aan een nieuw vervoersmiddel voor stedelingen om naar het kustdorp Zandvoort te komen. In 1881 lukt dat: Er kwam een treintraject Haarlem – Zandvoort van 8 kilometer lang. Langs Overveen en Kraantje Lek naar eindbestemming: Station Bad-Zandvoort.

De eerste rit was op 7 mei 1881 en werd een zegetocht! De initiatiefnemers; gebroeders Elzbacher en ingenieur Kuinders, brachten het dorp in feestelijke stemming bij de officiële opening op 2 juni 1881.
(In 1887 kwam er zelfs een rechtstreekse verbinding met Bazel, helemaal in Zwitserland.)

Van Amsterdam Centraal Station…

…naar het grote houten stationsgebouw van Station Bad-Zandvoort dat in 1884 werd gebouwd. Met links erachter De Passage.

Klik hier voor meer mooie foto’s van de trein van vroeger.

Passage

Bad-Zandvoort had een hele mooie entree: De Passage, een soort overdekte straat. In 1881 werd De Passage gebouwd, vlak naast het station. Je liep erdoorheen om bij het dorp en de hotels te komen. Binnen waren mooie winkels en gezellige cafés. Er werden ook muziekconcerten gegeven. Het gebouw brandde spijtig genoeg af in 1925.

Lees hier meer over de Passage.

 

De Blauwe Tram

Vanaf het treinstation Bad Zandvoort was je, net als tegenwoordig, al vlakbij het strand.

Maar er kwam een vervoersmiddel bij: eentje die je van hartje Amsterdam (Spuistraat) naar het centrum van Zandvoort bracht (Grote Krocht): de Blauwe Tram, ook wel “De Blauwe” genoemd. De lijn kwam ook door Haarlem, met een halte bij de Tempeliersstraat.

De tramlijn werd mogelijk door de komst van elektriciteit. Een tram haalt haar energie namelijk uit de elektrische bovenleiding.

De opening van de tramlijn was op op 3 juli 1899.

 

De tram van Zandvoort heette trouwens niet als enige “Blauwe Tram”. Het was een verzamelnaam voor de trams die tussen 1881 en 1961 reden in de Nederlandse provincies Noord- en Zuid-Holland en een donkerblauwe kleur hadden.

Eindhalte van De Blauwe Tram, nu de Louis Davidsstraat

Einde van de tramlijn

De tramlijn Amsterdam-Zandvoort werd na 50 jaar opgeheven. De trein ging een stuk sneller. Maar tot op het laatst was de tramlijn Amsterdam – Haarlem – Zandvoort de drukste interlokale tramlijn van Nederland.

Bekijk dit Bioscoopjournaal uit 1957:

Hoe was het om hier als kind te wonen?

Twee vrouwen vertellen over wonen in Zandvoort in hun kindertijd vlak na de oorlog en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het fragment begin in de 23e minuut en komt uit de documentaire “Zon en zee” van onze eigen Zandvoortse filmmaker Thys Ockersen.
Kijk deze video tot en met het stukje over het oude witte huisje. Zie je waar dit is?

Wederopbouw

Gedurende de Tweede Wereldoorlog heeft de bezetter 648 gebouwen in Zandvoort gesloopt. De hele kuststrook was met de grond gelijk gemaakt. Nog eens honderden woningen waren zwaar of licht beschadigd.

Na de bevrijding kwam er een wederopbouwplan. Burgemeester Van Alphen, ontslagen door de Duitsers, was in bezettingstijd al begonnen aan een visie voor de toekomst en had de opdracht voor een wederopbouwplan gegeven aan Ir. G. Friedhoff.

Eerste project: Gasthuishofje

In 1947 werd het Gasthuishofje als eerste voltooid. Het hofje bestaat uit 27 sociale huurwoningen, toen speciaal bedoeld als huisvesting voor Zandvoorters op leeftijd die hun woning tijdens de bezetting waren kwijtgeraakt. Het Gasthuishofje dankt zijn naam aan het voormalige Oude Mannen- en Vrouwengasthuis dat tot 1929 op het aangrenzende Gasthuisplein stond. Het is zo ontworpen dat het doet denken aan de oud-hollandse hofjes uit de 17e en 18e eeuw. Gelukkig kwam er weer wat dorpse sfeer in Zandvoort na alle ellende van de oorlog…

De gedenksteen in de muur van het Gasthuishofje herinnert de inwoners van Zandvoort aan het vernietigende oorlogsgeweld en aan de wederopbouw.

Wat zie jij in het reliëf?

Een mannenfiguur zakt, door de bliksem getroffen, ineen (de vernietiging van Zandvoort).
Een drakenfiguur symboliseert het oorlogsgeweld.
Daarboven stijgt een vrouwenfiguur in het zonlicht op. Haar gelaat is gericht naar Zandvoort (het raadhuis en de kerktoren) rustend op een schelp; de zee.

Oude architectuur behouden

In onze tijd kijken we soms met nostalgie terug op het verleden… toen al die prachtige huizen, hotels en badhuizen het dorp en de kustlijn nog sierden. Zandvoort straalde met haar architectuur rijkdom uit. Een groot aantal van de grotere gebouwen en huizen die na de oorlog, ondanks alles, wel nog overeind stonden, zijn er anno nu ook niet meer. Terugkijkend hadden we die misschien wel willen behouden. Maar na de oorlog werden er scherpe keuzes gemaakt.

De naoorlogse smaak en voorkeur van de belangrijke architecten was modern; ze wilden niet terug naar vroeger maar juist vooruit kijken. Daarbij kwam dat de statige gebouwen die er op de plaatjes heel mooi uitzien, in werkelijkheid vaak al jarenlang slecht onderhouden waren bij gebrek aan financiering. Er werd dan ook besloten om een flink aantal bouwwerken af te breken.

Door de wandelingen te maken bij Opdrachten, kun je toch nog een groot aantal gebouwen vinden die wel zijn gerenoveerd en onderhouden, waaronder bijvoorbeeld het station. En wie weet, worden er nu gebouwen gebouwd die over 100 jaar weer historisch erfgoed zijn voor de mensen die dan leven?

Gedenksteen in de muur van het Gasthuishofje gemaakt door beeldhouwster Katinka Limpers 

Oude Mannen- en Vrouwengasthuis, in 1929 afgebroken (nog voor de oorlog). Foto uit omstreeks 1920. 

Back To Top