Skip to content

Zandvoort in de Eerste Wereldoorlog

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak in 1914 bleef Nederland neutraal. Grenzen werden gesloten, het leger gemobiliseerd maar kwam niet in actie. Ons buurland België had het in deze oorlog zwaar te verduren.

Op de vlucht uit België

Die oorlog ontstond onder andere doordat Duitsland aan Frankrijk de oorlog verklaarde. De twee legers kwamen elkaar in België tegen waar er een bloedige oorlog is gevoerd op Belgisch grondgebied die heel veel mensenlevens heeft gekost. Veel Belgen en vooral ook veel kinderen vluchtten naar het vrije Nederland en kwamen ook in Zandvoort terecht. Zij werden liefdevol en in alle vrijheid opgevangen. Alle vluchtelingen konden gelukkig na de getekende vrede in 1918 weer naar hun vaderland terugkeren.

Vrede en vrijheid voor altijd

Bijeenkomst van de Volkenbond in 1920

Niemand wilde meer dat er oorlogen uitbraken. Daarvoor werd de Volkenbond of volkerenbond opgericht op 25 januari 1919 op basis van het Verdrag van Versailles en werd gevestigd in Genève. Het doel was om door middel van een gezamenlijke besluitvorming op centraal niveau een einde aan alle oorlogen te maken. Mede daardoor heerste er een idealistische en optimistische geest in Europa. Vrijheid in alle opzichten was het motto van die tijd.

Vrij snel na de Eerste Wereldoorlog oorlog, in de jaren ’20, verkeerde Zandvoort in een economische depressie. Diverse hotels gingen dicht of werden verkocht. Economische achteruitgang brengt vaak ook spanningen met zich mee bij de bevolking…

Joodse Gemeenschap in Zandvoort

Synagoge van Zandvoort

De Joodse gemeenschap bouwde een eigen Synagoge in Zandvoort. Op de hoek van de Jacob van Heemskerskstraat en de Dr. Joh. G. Mezgerstraat werd de synagoge ingewijd op 17 augustus 1922. Er was een feestelijke bijeenkomst in het Oranje Hotel.

De Joodse gemeenschap was invloedrijk en zorgde voor veel werkgelegenheid vanwege hun investeringen in de hotels en attracties.

Het grootste deel van de Zandvoortse bevolking mengde zich echter niet in deze ontwikkeling van Zandvoort. Er ontstond meer en meer een tweedeling. Wel in vrijheid, maar met een zeker wantrouwen van de geboren en getogen Zandvoorter, naar de welgestelde Joodse bevolking.

Depressie en werkverschaffing

Er was weer even een economische opleving, maar die opleving kreeg zijn keerzijde op Zwarte Donderdag 24 oktober 1929. De beurs klapte en de wereld kwam in een diepe depressie. Er breekt een economische wereldcrisis uit die ook in Nederland grote gevolgen heeft.

Werkloosheid volgde en mensen moesten stempelen voor een uitkering of werden geacht werk uit te voeren voor de overheid. In Zandvoort worden de werklozen ingezet om een recreatiepark aan te leggen: de Vijverhut (waar nu Center-Parcs is gevestigd).

Er ontstonden veel spanningen in Duitsland. Er was grote inflatie en veel Duitsers voelden zich vernederd door het verlies in de Eerste Wereldoorlog. Ontevredenheid en afgunst boden een goede voedingsbodem voor Adolf Hitler en zijn nationaalsocialisme. Aanvankelijk stelde hij nog weinig voor maar vanaf 1930 is de opkomst van het nationaalsocialisme onder leiding van Adolf Hitler en het fascisme, aangevuurd door de Italiaanse Mussolini, niet meer te stuiten.

De Tweede Wereldoorlog

Duitsland begon zich te herbewapenen en het leger te trainen. Dat leidde tot oplopende internationale spanningen. De Duitse uitbreidingsdrift mondde in 1939 uit in de Tweede Wereldoorlog. De Volkerenbond kon niets uitrichten om een oorlog te voorkomen. Op 10 mei 1940 werd ook Nederland daarin betrokken. De regering en Koningin Wilhelmina vluchtten naar Londen.

Nederland was in oorlog. De Duitse bezetter legde allerlei beperkingen op aan de Nederlandse bevolking. Van vrijheid was geen sprake meer. Je was je leven niet zeker als je niet deed wat de Duitse bezetter voor ogen had. Sommige Nederlanders sloten zich juist aan bij de Nationaal Socialistische Beweging, in de volksmond de NSB genoemd, de partij die de bezetting toejuichte en met de Duitsers samenwerkte.

Duitse sympathieën

Voordat Hitler ons land binnenviel, was er al veel sympathie voor de nazi-beweging in Nederland. Zandvoort kon zelfs voor de oorlog al een “NSB-dorp” genoemd worden. En op het moment dat Hitler de Jodenvervolging afgekondigde, keerden vele Zandvoorters zich tegen de Joodse medemens. Het antisemitisme was stuitend.

Drie maanden na het uitbreken van de oorlog werd in Zandvoort de Synagoge helemaal opgeblazen. De daders zijn nooit gepakt of veroordeeld, al wisten de NSB vertrouwelingen in Zandvoort wel dat de Heemsteedse NSB werkgroep er verantwoordelijk voor was, wel of niet aangestuurd door hun Zandvoortse kameraden.

 

Uitsluiting en Deportatie

Het proces van uitsluiting, intimidatie, beroving, deportatie en moord van de Joden in Zandvoort was onmenselijk en er wordt gedacht dat Zandvoort fanatieker meedeed dat menig andere gemeente. Er werd besloten dat álle Joodse inwoners uit het dorp weg moesten; waarschijnlijk 560 personen. In maart 1942 werden allen naar Amsterdam gedeporteerd. Zandvoort kon zich de vijfde plaats in Nederland noemen die ‘Jodenvrij’ was. Vanuit Amsterdam ging de bevolking naar de kampen en slechts enkelen hebben de Shoah overleefd en zijn na de oorlog teruggekeerd naar Zandvoort.

Alle 308 namen van de Joodse Zandvoorters die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog staan in steen gegrifd in het nieuwe Joodse monument. Het monument staat op de plek waar vroeger de Synagoge stond, aan het einde van de Doctor Johannus G. Mezgerstraat.

 

Joods namenmonument, onthuld op 3 oktober 2021

Bevel is bevel!

Ontruimingsbevel

De Duitsers deelden allerlei bevelen uit met hoge straffen en zelfs op straffe van de kogel. Ze sloopten woningen of namen ze in om er zelf gebruik van te maken.

Hiernaast zie je hoe zo’n ontruimingsbevel eruit kon zien. De brief is van 5 november en tien dagen later worden de mensen verwacht alles achter te laten, precies volgens de voorschriften (wensen) van de bezetter.

Hieronder een bevel aan alle mannen tussen de 17 en 40 jaar om metéén, per direct, de spullen te pakken en zich te melden voor de tewerkstelling. Ze hadden geen idee wat hen te wachten stond. Ze moesten vrouw en kinderen in onzekerheid achterlaten. Omdat het álle mannen waren, was het moeilijk je nog te verstoppen. Het was hierom dat niet alleen de Joden adressen zochten om te kunnen onderduiken. Steeds meer mensen zochten naar een manier om onder te duiken en aan de bevelen te ontsnappen.

De brief hiernaast is ondertekend door de burgemeester. De gemeentelijke overheid was natuurlijk al door de NSB overgenomen. Dat gold ook voor de kranten en radio; alle nieuwsberichten die werden gebracht, werden eerst gecontroleerd door de nazi’s. Als je berichten leest uit die tijd, is het ongelooflijk wat mensen kregen voorgeschoteld als “nieuws”. Propaganda heet dat. Op de Opdrachtenpagina vind je een interessante oefening om propaganda te leren onderscheiden van nieuws vanuit het verzet.

Bizarre regels

Dit artikel (klik erop om uit te vergroten), geschreven door Haarlemmer Piet Klaassen vlak na de oorlog, is erg interessant.

Hij beschrijft hoe hij de onderdrukking van de bezetter heeft ervaren – en vooral, welke bizarre en minutieuze regeltjes er allemaal werden bedacht door de Duitsers. Met als reden: zoveel mogelijk middelen en voedsel overhouden voor de “eigen” mensen; de militairen, de geboren Duitsers, de NSB’ers, of nog beter: voor de “Ariërs”.

Piet beschrijft dat alles schaars werd en overal eerst toestemming voor moest komen, bijvoorbeeld voor het kopen van nieuwe voetbalschoenen. Ook al was jouw paar gewoon te klein om er nog in te passen! Op den duur gold dat voor de eenvoudigste dingen zoals eieren, zelfs van je eigen kippen. Of het werd verboden om kruidenblaadjes in het wild om thee van te zetten; alles moest overblijven voor de bezetter. Men mocht niks uit zichzelf ondernemen. Reizen of ritjes met de auto zat er al helemaal niet bij. Hooguit op de fiets. Maar die werd ingenomen als je iets deed wat men niet zinde. De onderdrukking en gespannenheid was in alle dagelijkse details voelbaar. Niets was meer vanzelfsprekend.

De makkelijkste manier waarop de bezetter de verdeling van schaarse middelen kon organiseren, was via voedselbonnen. Iedereen kreeg een beperkt aantal bonnen voor groente, aardappels, melk, boter, brood, eieren, surrogaatkoffie, kleding, zeep, kaarsen en andere huishoudelijke artikelen. Eén keer per jaar was er (misschien) vis. En met Pasen een extra ei per persoon.

Verboden op het strand

Specifiek voor Zandvoort was het verbod om nog op het strand te komen. De hele kustlijn werd “Sperrgebiet”. Als je er werd gezien, kon er op je worden geschoten. Mensen die werkzaam waren voor de Duitsers, maar die in hun hart niet wilden meewerken met de bezetting, werkten als spionnen voor het verzet. Ze verzamelden informatie over locaties van bunkers, wapens, radiozenders en geheime routes en communiceerden die informatie dan aan de mensen die in contact stonden met het buitenland; de mogelijke bevrijders.

Kustontruiming & Bunkers van de Atlantikwall

Duitse anti-tankmuur

De Duitse bezetter besloot om alle gebouwen die zichtbaar waren vanuit zee met de grond gelijk te maken om het de Geallieerden moeilijk te maken om te koersen op kustplaatsen.

Dit noemden ze de Kustenräumung.

Hoe mooi de gebouwen ook waren, van binnen en van buiten, hoe kostbaar de materialen ook: alles moest eraan geloven. Mensen verloren hun huizen, winkels en voorzieningen.

In de plaats bouwden de Duitsers bunkers van gewapend beton met muren en daken van wel 2 tot 3,5 meter dik. Bedoeld als militair verdedigingswerk voor de bescherming tegen beschietingen en bombardementen van de Geallieerden, die een einde wilden maken aan Hitlers heerschappij.

Deze reeks verdedigingsbunkers kwam bekend te staan als De Atlantische Muur, die zich uitstrekt over honderden kilometers langs de Europese kust, van Frankrijk tot Nederland, Denemarken en verder Scandinavië in.

Deze Duitse bunker was onderdeel van Widerstandsnest 149

 

Sommige bunkers werden ook gebruikt om geweren op te slaan of als woonruimte.

In de tientallen jaren na de Tweede Wereldoorlog zijn veel van de bunkers in Zandvoort vernietigd of uit elkaar gehaald. Maar er liggen er nog steeds een aantal, bedekt met een dikke laag zand.

Overblijfselen van de Duitse bunkers en antitankmuren zijn overal in en om Zandvoort te vinden.

Voor alle locaties en foto’s van overblijfselen, bezoek deze website: Traces of War.

Op deze video is te zien hoe ook de mooie oude watertoren wordt opgeblazen vanwege de “Kustontruiming”

Tobruk bunkers

De bakstenen van de afgebroken huizen en gebouwen in het dorp werden gebruikt om de Atlantikwall te bouwen. Eromheen is cement of gewapend beton geplaatst. Op sommige plekken waar een stuk van de muur is afgebroken, zie je nog duidelijk de bakstenen zitten.

Bunkers moesten bestand zijn tegen granaten en zware vliegtuigbommen. Die werden gebouwd uit met staalijzer versterkt beton (gewapend beton). Zo’n bunker moest bestand zijn tegen zware vliegtuigbommen van 500 kilo en granaten van 22 centimeter.

In Zandvoort zijn nog een aantal kleine bunkers te vinden met een gat aan de bovenzijde, zogenaamde “tobruks”. Ze waren speciaal bedoeld om de omgeving te observeren (observatiepost) en als mitrailleursnest, om vanuit te schieten. Ze zijn een stuk kleiner dan andere bunkers, meestal werden ze slechts door één of twee personen bemand.

Binnenin een bunker ben je veilig voor zwaar geschut. Maar het is zeker geen fijne plek om voor langere tijd te zijn; het is er vochtig, koud en donker. Er wordt gedacht dat veel soldaten die gestationeerd waren in Zandvoort daarom niet in de bunkers sliepen, maar in de woningen van dorpelingen die uit hun huis waren gejaagd.

Tijdlijn Zandvoort in WOII

 

10 mei 1940

Inval Duitse troepen in Nederland

15 mei 1940

Capitulatie Nederland

4 augustus 1940

Synagoge opgeblazen

26 februari 1942

Namen levende leden koningshuis verboden (wijziging straatnamen Juliana en Wilhelminaweg)

12 en 13 maart 1942

Vele joodse gezinnen, ongeveer 560 personen, gedwongen vertrokken naar Amsterdam

1 mei 1942

Strand is verboden gebied (“Sperrgebiet”)

  

 

6 november 1942

Afkondiging van de evacuatie uit Zandvoort

14 november 1942

Aanvang sloop van alle gebouwen aan de boulevard en aangrenzende straten ten behoeve van de aanleg van de “Atlantikwall”

mei-sept 1943

Een regiment van “Freies Indien” in Zandvoort gelegerd

17 september 1943

Watertoren wordt opgeblazen

5 mei 1945

Bevrijding Nederland

8 mei 1945

Eerste geallieerde troepen trekken Zandvoort binnen

Zandvoort na de oorlog

Eindelijk kwam het einde in zicht van een beestachtige oorlog vol ellende. Op 5 mei 1945 werd de capitulatie van de Duitse bezetter getekend in Hotel de Wereld in Wageningen. Nederland was bevrijd door de geallieerde troepen. Ook in Zandvoort werd de bevrijding gevierd.

De NSB-burgemeester werd gevangen genomen en het dorp werd gezuiverd van foute Zandvoorters. Het normale leven moest weer worden opgepakt. Dat ging niet eenvoudig. Aan alles was gebrek. Bijna alle levensmiddelen bleven op de bon. Je kreeg een afgepaste hoeveelheid bonnen om de hoogst noodzakelijke levensmiddelen te verkrijgen.

Na de oorlog werden veel nieuwe woningen gebouwd en het toerisme nam weer toe. Er verrezen nieuwe hotels en een nieuwe watertoren. Zandvoort bloeide langzaam weer op en de economie in Nederland kwam in een stroomversnelling.

Maar de schade die Zandvoort had opgelopen, op het gebied van esthetiek – de mooie, rijke gebouwen aan de kustlijn, die allemaal gesloopt waren en waarvoor minder mooie gebouwen terug zijn gezet. Maar vooral op psychologisch vlak, de pijn van het verliezen van vrijheid, en het voorgoed verliezen van mededorpelingen die zijn gedeporteerd en uitgemoord, en nooit meer terugkeren…

Deze bunker aan de kustlijn op de achtergrond werd in 1948 gesloopt, toen het strandleven alweer op gang was gekomen

Wie kwam er in Verzet?

Wim Gertenbach

Wim Gertenbach (1904 – 1943)

Willem Johannes (roepnaam Wim) Gertenbach was eigenaar van de Electrische Drukkerij Gertenbach, die gesticht was door zijn vader en gevestigd was aan de Achterweg 1.

Hij gaf als drukker de Zandvoortse Courant uit en veroorzaakte daarmee heel wat irritatie, want hij trok erin fel van leer tegen de NSB. In september 1941 werd de verdere uitgave van de Zandvoortse Courant verboden.

Niet lang daarna werd Gertenbach benaderd om het illegale blad Het Parool te drukken. Het blad was op 10 februari 1941 voor het eerst verschenen als sociaaldemocratische verzetskrant die vooral op Amsterdam en omgeving was gericht. Toen Gertenbach in september 1941 de vraag kreeg voorgelegd, aarzelde hij geen moment. In november 1941 ging hij voor Het Parool aan de slag. Maar al snel werden medewerkers van het illegale blad verraden en opgepakt.

Wim Gertenbach en zijn collega’s IJs de Jong en Piet Paap werden op 31 januari 1942 door de Duitse bezetter opgepakt wegens het drukken van de illegale krant. Tijdens het zogenaamde Eerste Paroolproces, van 12 tot 19 december 1942, werden zij en veertien anderen ter dood veroordeeld. Gertenbach werd op 5 februari 1943 gefusilleerd.

 

Het doodvonnis van De Jong en Paap werd omgezet in levenslange tuchthuisstraf. Na vele zwerftochten in diverse Duitse gevangenissen zijn ze na de bevrijding naar Zandvoort teruggekeerd. Zij hebben de drukkerij na de oorlog voortgezet onder de naam “Gertenbach’s Drukkerij’.

Hoe gevaarlijk het op grote schaal verspreiden van een krant als Het Parool was, blijkt uit het lot van de medewerkers. Bijna alle oprichters werden gearresteerd, gefusilleerd of naar het concentratiekamp gestuurd. Volgens een onderzoek in 1991 hebben in totaal bijna 80 medewerkers van Het Parool de oorlog niet overleefd. Zij worden jaarlijk op 5 februari herdacht.

Bron: Muizenest

Het gebouw van de voormalige drukkerij aan de Achterweg 1 staat er nog. Er hangt een gedenkplaat aan de gevel. Foto omstreeks 1938-1939. Wim Gertenbach staat helemaal rechts op de foto.

 

Zijn laatste woorden

Hiernaast zie je de afscheidsbrief van Wim Gertenbach die hij aan zijn familie schreef toen hij in de Kriegswehrmachtgefängnis zat te Utrecht, op 5 februari 1943. Kun jij lezen wat hij schreef? De hele brief is hier te vinden, in het bezit van het Noord-Hollands Archief.

Gertenbachs vrouw en drie kinderen zijn ook in de oorlog omgekomen, bij het zware bombardement op de Amsterdamse buurt in Haarlem op 16 april 1943. Ze liggen samen begraven op de Algemene Begraafplaats in Zandvoort (klasse 3-B, nummer 183).

Hannie Schaft

Hannie Schaft (1920 – 1945)

We kennen de verzetsstrijdster uit Haarlem die ook veel in Zandvoort was, als Hannie. Het was haar verzetsnaam, haar schuilnaam.

Haar echte naam was Jannetje Johanna Schaft.

Ze was best verlegen als kind en serieus met leren. Ze wilde bijdragen aan rechtvaardigheid tussen mensen en wereldvrede, waarvoor ze Rechten ging studeren in Amsterdam. Maar toen Nederland werd ingenomen door de nazi’s, de vrijheid en rechten van de bevolking werd afgenomen, en joden en andere minderheden werden vervolgd, voelde ze dat ze niet langer over de wereld moest leren in de boeken, maar zelf in actie moest komen. Ze had joodse vriendinnen die niet meer veilig waren en ze zag ook haar eigen leven drastisch veranderen.
Ze sloot zich aan bij de Raad van Verzet, een kleine groep communistisch gedreven verzetsstrijders.

Jannetje als kind (rechts) met haar zus, spelen in het zand.

 

Ze was gedreven en onstopbaar. Ze bracht illegale krantjes rond in grote fietstassen en zelfs wapens. Ze vervalste persoonsbewijzen en bracht onderduikers, ook kinderen, naar onderduikadressen. Ze leerde schieten in het bos waar niemand de pistolen kon horen afgaan. En bespioneerde dagenlang mensen van wie de Raad van Verzet dacht dat zij samenwerkten met de bezetter en moesten worden uitgeschakeld. Dat waren bijvoorbeeld politiemensen, NSB’ers of verklikkers die veel verzetsmensen en Joden verraadden. Op die manier heeft ook Hannie geschoten op een aantal collaborateurs. En ook wel geraakt…. Haar rode haar begon op te vallen bij de aanslagen. En de nazi’s waren nauw naar haar op zoek.

Uit gevaar dat ze werd herkend, verfde ze haar rode haar zwart en zette ze een brilletje op. Voortaan heette ze Hannie. Ze sliep op verschillende onderduikadressen. Met haar ouders had ze heel weinig contact, anders zou ze hen in problemen brengen.

Op 21 maart 1945 – anderhalve maand voor het einde van de oorlog – werd Hannie gearresteerd bij een controlepost. De soldaten hadden illegale kranten in haar fietstas gevonden. Daarna vonden ze ook nog een pistool in haar handtas. Onderweg naar de gevangenis in Amsterdam herkende iemand haar als Hannie Schaft, het ‘rothaarige Mädel’ (het meisje met het rode haar). Ze waren al heel lang naar haar op zoek, want er waren veel aanslagen geweest waarbij getuigen een ‘meisje met rood haar’ snel hadden zien wegfietsen.

Hannie in vermomming

Op 17 april 1945 – achttien dagen voor de bevrijding – werd Hannie Schaft naar de duinen tussen Haarlem en Bloemendaal gebracht en daar doodgeschoten. Ze was nog maar 24 jaar.
Na de oorlog vond men in de duinen massagraven van honderden verzetsstrijders die daar waren gefusilleerd. 371 mannen en Hannie Schaft, als enige vrouw, werden herbegraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal. Jaarlijks wordt zij herdacht op de laatste zondag van november. Je kunt dan bloemen leggen bij haar grafsteen. Maar dat mag je natuurlijk elke dag doen.

Bron: Nationale Hannie Schaft Stichting

Korte film: Eredaad


Bekijk deze korte fictiefilm over een moment in het leven van Hannie Schaft in het verzet.

Wat gebeurt er in de film?

Haarlem 1943, het is oorlog. De 23-jarige Hannie wil haar eerste aanslag plegen als lid van het gewapend verzet. Mede-verzetsstrijder Jan Bonekamp probeert haar op andere gedachten te brengen. Hij weet wat het is om te doden en hoe het een mens kan veranderen. Geïnspireerd op het waargebeurde verhaal van Hannie Schaft. Gespeeld door Kris Hutte en Jurriën Remkes.

De Kleine Patriot

Plaquette aan de Grote Krocht 25

De Kleine Patriot

‘De Kleine Patriot’ was de verzetskrant die in de Tweede Wereldoorlog vanaf 1942 in de gemeente werd verspreid. In het pand aan de Grote Krocht 25 zat tijdens de bezetting een verzetsgroep. Eerst kwam hier driemaal per dag een ‘luisterclub’ bij elkaar om naar de Britse radiozender te luisteren met nieuws over de oorlog dat de Duitse bezetter wilde verbieden. Toen het samenkomen te gevaarlijk werd, is naar een alternatief gezocht. Dat werd gevonden in ‘De Kleine Patriot’, een verzetskrant met daarin uitgetypt de radioberichten van de Geallieerden. De illegale krant werd dagelijks verspreid in Zandvoort en omgeving.

 

Bevrijdingsnummer 05-05-1945

 

Arend Bos

Arend Bos (1922 – 201) werkte in de oorlogsjaren mee aan de verspreiding van De Kleine Patriot. De ondertitel van hun krant luidde: Dagblad voor de omstreken van Haarlem (en Zandvoort). Deze ondertitel was gekozen om de indruk te wekken dat het blad uit Haarlem afkomstig was. Arends vader, Hendrik Bos, was brievenbesteller en bezorgde stiekem de gestencilde exemplaren bij alle lezers.

Het was heel belangrijk dat het laatste nieuws de mensen bereikte. Het was daarom een essentieel krantje. Maar er zat ook veel humor in De Kleine Patriot, met cartoons en andere tekeningen. Elke dag werd een andere leuze gekozen; die van het eerste nummer luidde: ‘Blijft optimist tot in je kist’.

Het hele bevrijdingsnummer is hier te vinden.

Back To Top